GROOTPAPA

springende kinderen

Het is zondag 16 februari 2014. Manlief en ik zitten in het Dominicanenklooster. We schuiven dicht tegen elkaar aan want het is er ijzig koud. Afgelopen nacht woedde een kort maar hevig onweer, de bliksem sloeg in en schakelde efficient het verwarmingssysteem uit. Ondanks de kou loopt de kerk gestadig vol. Deze ochtend is er een speciale viering. Een aantal kinderen zal de groeizegen ontvangen. Ouderen en/of afvalligen zullen wellicht meer bekend zijn met de term Vormsel.

In de bank voor ons nemen de grootouders van een van de kinderen plaats. Grootpapa zit nog maar nauwelijks of hij tovert een professioneel ogende camera tevoorschijn. Al ruim voor aanvang van de viering begint hij omzichtig met het instellen van afstand, licht en wat dies meer zij.

De koster luidt de bel ten teken dat de dienst gaat beginnen. Ogenblikkelijk veert grootpapa op, zijn camera in de aanslag. De kinderen lopen in een lange rij via het middenpad naar voren. Alsof het met Boven is afgesproken begint op dat moment de zon te schijnen. De gebrandschilderde ramen weerkaatsen het zonlicht dat precies op de hoofden van de kinderen valt en hen omringt met een kleurrijk aureool. Grootpapa ziet het niet. Hij speurt met haviksogen de rij kinderen af. Ah, daar ontwaart hij kleindochter en ijverig begint hij foto’s te schieten. Voor dit soort feestelijke gelegenheden is altijd een vaste fotograaf aanwezig die, zonder de viering en de kerkgangers te storen, prachtige plaatjes schiet. Grootpapa – en met hem enkele anderen – acht dit kennelijk niet voldoende.

Een van de kinderen leest een gedicht en de voorganger vertelt in haar overweging: “Met de groeizegen die jullie vandaag krijgen willen we je meegeven dat, wat er ook gebeurt, je altijd een kind van God bent. Dat je precies goed bent zoals je bent. En dat je alles op alles moet zetten om dat goede in jezelf te laten opspringen, om het beste van jezelf te geven aan anderen, aan de wereld om je heen”. Grootpapa hoort de woorden maar luistert hij ook?

Nadat de kinderen de groeizegen hebben ontvangen worden de voorbeden uitgesproken. Kleindochter staat op het altaar en steekt bij elke voorbede een kaarsje aan. Grootpapa ruikt zijn kans en, half uit de bank hangend, schiet hij het ene na het andere plaatje. Ja, als je kleindochter zo prominent ‘in the picture’ staat kun je zo’n gelegenheid toch niet voorbij laten gaan? Zou hij ook stilstaan bij datgene wat deze kinderen en hun ouders door de gemeenschap wordt toegewenst?

In de katholieke kerk is het een goede gewoonte tijdens de voorbeden te knielen. Grootpapa echter blijft stokstijf zitten. Is hij niet op de hoogte van  dit gebruik of zou hij last hebben van reumatische knieen? Om niet met zijn gezicht in grootpapa’s grijze haardos verstrikt te raken, tikt manlief hem zachtjes op de schouder, ten teken dat hij wat naar voren gaat verzitten. Grootpapa voelt het niet. Kleindochter staat net in een bevallige pose, daar moet hij beslist even een foto van maken.

Bij het uitreiken van de Communie maakt grootpapa het wel heel bont. Dwars tegen de stroom mensen in baant hij zich een weg naar zijn kleindochter die het brood staat uit te delen aan de andere zijde van de kerk. In de haast vergeet hij zijn camera. Met een brede glimlach reikt kleindochter de hostie aan hem uit, die hij gedachteloos in zijn mond stopt. Zou hij de diepere betekenis van dit eeuwenoude gebaar hebben geproefd, vraag ik mij af. Zou hij uberhaupt ervaren of beleven waar het in deze viering in essentie om gaat of beperkt hij zich, als een rechtgeaarde Japanse toerist, tot het vastleggen van beelden? Grootpapa wurmt zich, wederom tegen de stroom in, naar zijn plaats en grist zijn camera van de bank. Net op tijd om een prachtig kiekje van zijn oogappeltje te maken.

Manlief, werkzaam in het onderwijs en nooit te beroerd om iemands kennis bij te schaven, tikt hem na afloop van de viering op zijn schouder. “Wellicht is het u ontgaan maar mag ik u erop attent maken dat u zich hier in een kerkgebouw bevindt en niet in een fotostudio”. Grootpapa kijkt stomverbaasd naar hem op. Er hat es nicht gewusst.

HEILIGE KOEIEN

SONY DSC

Johan, elke zondagavond keek ik naar je uit. Acht weken lang volgde ik, samen met zo’n slordige vier miljoen Nederlanders, ‘Boer zoekt vrouw’. Het datingprogramma waarin jij, met vier collega-boeren, de hoofdrol speelde. Nee, ‘spelen’ is eigenlijk niet het goede woord. Want Johan, jij bent gewoon jezelf. Helemaal jezelf! Juist daarom volgde ik met meer dan gewone belangstelling jouw onwennige schreden op het liefdespad. Tijdens het eerste gesprek met Yvon Jaspers zei je verlegen: “Ik ken het m’n eigen niet vurstellen dat er één vrouw in de wereld is die ooit tegen mij zou durven zeggen: ik hou van je”. Ja, als je al meer dan twintig jaar alleen bent en ook niet bepaald moeders mooiste, dan kan ik mij voorstellen dat je je lier aan de wilgen wilde hangen.

Maar toch, tegen beter weten in besloot je een laatste ultieme poging te wagen. Je gaf je op voor Yvon Jaspers’ succesvolle datingprogramma. En zie, het wonder geschiedde. Tijdens de logeerweek op je boerderij in het Deense Bjerremose sloeg er een vonk over tussen jou en Ingrid. ‘Kleine’ Ingrid voor alle duidelijkheid want de andere logé luisterde naar dezelfde naam. Jullie hadden de grootste lol met z’n drietjes en je ontpopte je zowaar als een heuse charmeur. Maar al ruim voor het keuzemoment kon je je gevoelens voor kleine Ingrid niet meer voor je houden. “Ik ken niet liegen”, bekende je met bevende stem en tranen in je ogen.

Emotie-tv, eerlijk gezegd heb ik er niet zoveel mee. Mensen als jij, die in hun meest kwetsbare momenten gefilmd en daarmee geëxploiteerd worden ter meerdere eer en glorie van de kijkcijfers, dat stuit me tegen de borst. Maar ‘Boer zoekt vrouw’ is een van de weinige datingprogramma’s waarin de deelnemers met veel respect worden geinterviewd. Johan, het was ontroerend om te zien hoe jij werd aangeraakt door de liefde. Je wist niet wat je overkwam. Maar wat mij het meest raakte was jouw boerenwijsheid. Je zei: “Kleine Ingrid wilde mij beter leren kennen, écht mij. Ze was niet geïnteresseerd in alle dingen eromheen. Ze was alleen geïnteresseerd in mij”! Daar raak je precies de kern. Bij werkelijke liefde valt al het andere in het niet.

In onze huidige maatschappij worden veel mensen geobsedeerd door status en carrière. Het geld dat met de ene hand wordt verdiend, wordt met de andere hand in rap tempo weer uitgegeven. Aan een fraai ingericht huis, verre reizen of een dure auto. Johan, met al die moderne fratsen heb jij helemaal niets. Samen met Ingrid, door jou liefkozend ‘Prulleke’ genoemd, geniet je van de rust en de eenvoud van het boerenleven. Het zou mij niet verbazen als jij gelukkiger bent dan die ‘stadse lui’, die status en carrière tot heilige koeien hebben gemaakt.

En jouw lieve Prulleke? Hoe kijkt zij op dit avontuur terug? “Samen is niet alleen”, verklaarde ze desgevraagd. Een goede filosoof die deze uitspraak weet te weerleggen.

SEHNSUCHT

Canyon10

Denkend aan jou

zie ik beken, rivieren

meanderend door het landschap gaan.

Talloze zilveren sterren

zie ik als wachters aan de hemel staan.

 

Denkend aan jou

zie ik koperen rotsen,

fiere beschutters tegen de storm.

In de verte oneindige vlaktes,

een eenzame kudde graast

in een tijdloos decor.

 

Rotsen, rivieren, lichtende sterren,

waarheen ook mijn blik gaat,

steeds zie ik jou,

 

jij die mij wenkt,

mij omhult

en mij meevoert

naar het land van belofte

voorbij de horizon.

                 (Ria Meijer)