MARKETING AVANT LA LETTRE

Boekhandel-Waanders-Zwolle

Beleving. Dat is het credo van de boekhandel anno nu. Veranderd leesgedrag en de opkomst van webwinkels hebben ervoor gezorgd dat steeds minder klanten hun boeken in de winkel kopen. Om het tij te keren werden boekhandelaren gedwongen het roer drastisch om te gooien. De boekverkoper in mijn woonplaats kwam met een goed doordacht marketingconcept. Hij verplaatste zijn boekhandel, gevestigd in een modern pand, naar een middeleeuwse kloosterkerk. Het gebouw werd stijlvol gerestaureerd en nu staan de boeken, als soldaten in het gelid, overzichtelijk gerangschikt onder de gewelven. Niet alleen het gebouw maar ook de formule werd aangepast. Het kopen van boeken gaat nu hand in hand met ontmoeting en vermaak. In een zijbeuk van de kerk is hiertoe een fraaie ruimte gecreëerd voor een cultuur- en horecagedeelte.

In gedachten maak ik een sprongetje terug in de tijd, naar het midden van de vorige eeuw. Voor mij zie ik de boekhandel van mijn oom Jan. Een doorsnee winkel, zoals zovele in die tijd. Misschien met één verschil: mijn oom was voor de duvel niet bang.  In de oorlog drukte hij in de nachtelijke uren, achter zorgvuldig geblindeerde vensters, clandestien krantjes voor de Ondergrondse. De winkel kende een ietwat rommelige aanblik maar het was er altijd oergezellig.  Achter de toonbank stonden twee winkeldames. Zij vormden het kloppend hart van de zaak. Voor iedere klant hadden zij een luisterend oor en een vriendelijk woord. Hun aandacht en hartelijkheid waren snel alom bekend. Zo groeide de boekwinkel van mijn oom uit tot een ontmoetingsplaats voor een ieder die behoefte had aan een praatje. Zorgen en verdriet, maar ook vreugdevolle momenten werden hier met elkaar gedeeld. Niet elke klant ging met een boek onder de arm de winkel uit, maar ach, daar werd niet om gemaald. Een volgende keer kocht men soms drie boeken tegelijk. En was je slecht ter been, dan hoefde je maar te bellen. Na werktijd stapten de dames welgemoed op hun zwarte Gazelle-fiets en leverden de boeken gratis bij je af. Maatschappelijk werksters avant la lettre, ja dat waren ze.

De boekwinkel van mijn oom bestaat al lang niet meer. Maar leeftijdgenoten uit mijn geboorteplaats herinneren zich nog altijd de spreekwoordelijke hartelijkheid en gastvrijheid van beide winkeldames. Dat kiezelsteentje van medemenselijkheid dat zij destijds in de vijver wierpen, zorgt tot op de dag van vandaag voor rimpelingen op het wateroppervlak. Die winkeldames, dat zijn mijn tantes. Nee, zij hadden geen weet van ‘beleving’ of marketingstrategieën. Hun succesformule? Zij wisten de harten van mensen te raken.

Mijn plaatselijke boekverkoper bleef niet staren op wat vroeger was. Met het creëren van een brasseriegedeelte in zijn middeleeuwse kloosterboekhandel heeft hij een plek geschapen waar mensen van nu elkaar kunnen ontmoeten. Waar lief en leed kan worden gedeeld, onder het genot van een luxe belegd broodje en een glaasje wijn. Menig uurtje heb ik al verpoosd in deze sfeervolle boekwinkel, snuffelend tussen de boeken en gekout met vrienden. Gelachen heb ik er en ook wat traantjes weggepinkt. Ik spreek de wens uit dat deze ‘gewijde’ grond mag worden tot een plaats van samenkomst voor velen. Een plek waar het oeroude teken van brood en wijn de harten van mensen mag doen openspringen. Dan ontstaat échte beleving!

En de boekhandel van mijn oom Jan? Die koester ik als een dierbare jeugdherinnering.

UBI CARITAS ET AMOR…

Foto Cees - bloemen

BRIEVEN AAN ETTY HILLESUM

Lieve Etty,

Midden in de nacht schrik ik wakker. Waarvan? Geen idee. Half versuft van de slaap kijk ik op de wekker, het is half drie. Nu ik toch wakker ben besluit ik meteen even mijn blaas te legen. Ik stap uit bed en loop naar de badkamer. Op de deur hangt een aanplakbiljet met kleurige ballonnen en ‘Hiep hiep hoera’! Tot mijn slaapdronken brein dringt langzaam door dat ik vandaag jarig ben. Mijn lief, op de hoogte van mijn nachtelijke pitstops, weet mij op dit vroege uur al op ludieke wijze te verrassen. Met een blij gevoel kruip ik weer onder mijn dekbed en slaap verder.

Rond zeven uur schrik ik wederom wakker, ditmaal van een ratelende wekker. Mijn lief trekt mij zacht tegen zich aan, zoent de laatste restjes slaap uit mijn ogen en feliciteert mij met mijn geboortedag. Beneden gekomen zie ik dat de kamer is versierd met slingers. Op de tafel staan mijn lievelingsbloemen, prachtige paarse tulpen. Een pakje en een kaart met een zelfgemaakt gedicht liggen naast mijn kom met havermout. Al tijdens het ontbijt hoor ik mijn mobiel herhaaldelijk piepen. De eerste sms-jes komen binnen. Welgemeende gelukwensen van beide schoondochters en een berichtje van mijn fietsmaatje: “Meissie van harte! Het voorjaar is in aantocht. De racefietsen kunnen uit de mottenballen…. Zaterdagochtend tien uur op de pedalen?”

Ik heb net de ontbijtboel opgeruimd of daar gaat de telefoon. Een dierbare vriend aan de lijn. Hij brengt zijn felicitaties over en we praten gezellig bij. We zien elkaar nog maar sporadisch, maar we bellen en appen met grote regelmaat. En zit een van beiden in de prut dan zijn we er voor elkaar. 

Fluitend ren ik de trappen op naar mijn studeerkamer. Ik start mijn pc op en open de mailbox. Plop, als een duveltje uit een doosje verschijnt een virtuele bos rode rozen op het beeldscherm. Een E-card, afkomstig van een oude vlam. Wat leuk, hij is mij duidelijk nog niet vergeten. Zo gaat het de hele dag door. De oudste zoon belt mij vanuit het buitenland, de jongste brengt een heuse serenade en de post bezorgt een veld uitbundig bloeiende voorjaarsbloemen, vastgelegd op de gevoelige plaat door mijn zwager, een begenadigd fotograaf.

Etty, voor het slapen gaan lees ik nog een stukje in jouw dagboek. Als ik het boek heb dichtgeslagen en mij lekker in de kussens heb genesteld, laat ik alle indrukken van deze dag nog even de revue passeren. Al die lieve familieleden en vrienden die, ieder op hun eigen wijze, aandacht en genegenheid aan mij hebben gegeven. Het ontroert me en gevoelens van blijdschap en dankbaarheid wellen omhoog. Wat voel ik mij rijk met zoveel lieve mensen om mij heen. Etty, toeval of niet, zojuist las ik dat jij door je geliefde eveneens verblijd werd met paarse tulpen op je verjaardag!

Nog wat namijmerend gaat het lied ‘Ubi caritas et amor, ubi caritas Deus ibi est’ door mijn hoofd: “Daar waar vriendschap is en liefde, daar waar vriendschap is, daar is God”. Ja, zo heb ik dat gevoeld lieve Etty. God heeft zich vandaag in vele gedaanten aan mij laten zien. Ik geloof stellig dat in ieder mens een stukje van Hem zit. Zoals alle steden en dorpen samen één land vormen, zo vormen wij mensen, mét die goddelijke kern in ons, één lichaam. Het lichaam van God. We kunnen niet afzonderlijk van elkaar functioneren, we hebben elkaar nodig. In vreugdevolle en verdrietige momenten kunnen we iets voor elkaar betekenen. Gewoon, door wat liefde en aandacht aan elkaar te geven. Meer is er niet nodig om deze wereld een beetje mooier te maken.

Foto: met dank aan Cees Schneiders