Scrollend op de website van Erfgoed Logies stuit ik op een B&B met allure. Slot Zuylestein, een landgoed dat verscholen ligt in de bossen tussen Leersum en Amerongen. Met mijn nostalgische inborst en voorliefde voor historische gebouwen raak ik, bij het zien van de foto’s, meteen enthousiast. Ik zie het al helemaal voor mij. Hoe ik in de avondschemering rondwandel door de idyllische kasteeltuinen. Of hoe ik mij neervlij op een chaise longue, met een boek binnen handbereik, genietend van de rust en de stilte. In het Poortgebouw naast het kasteel zijn vier gastenkamers gecreëerd. Ze zijn vernoemd naar illustere voorouders van de kasteelheer, een nazaat uit het adellijke geslacht Bentinck. Manlief en ik kiezen eensgezind voor de ‘Belle van Zuylen’-kamer. We laten ons niet afschrikken door de vorstelijke prijs en boeken voor twee nachten.
Welgemoed rijden we richting Leersum. Via een lange oprijlaan, omzoomd door eeuwenoude loofbomen, arriveren we op de plaats van bestemming. We worden verwelkomd door een dame met een wat volkse tongval. Zou dit de kasteelvrouwe zijn? Maar nee, ze stelt zich voor als ‘gastvrouw’ en neemt vandaag de honneurs waar voor de kasteelheer, die schittert door afwezigheid. Ze gaat ons voor, de monumentale trappen op, naar de vertrekken waar Belle van Zuylen eeuwen geleden haar moede hoofd te rusten legde. De kamer is smaakvol ingericht en ademt een grandeur uit lang vervlogen tijden. Als ik mijn koffer naar binnen sjouw, struikel ik bijkans over het vel van een wild zwijn dat dienst doet als vloerkleedje. Zelfs de staart zit er nog aan. Manlief heeft de rest van de bagage naar boven getorst en besluit zich even op te frissen. Gealarmeerd door een luide kreet spurt ik naar de badkamer. Hij blijkt zijn hoofd te hebben gestoten tegen het gebint van een vervaarlijk schuin hellend dak, waaronder zich de douchecabine bevindt. Zelfs met zijn bescheiden lengte van 1.74m is het niet mogelijk rechtop in de douche staan.
De volgende ochtend, nog voordat de haan gekraaid heeft, worden we bruusk uit onze slaap gerukt. Slaapdronken stap ik uit mijn bed en voel tot mijn afschuw de ruwe vacht van het wilde zwijn onder mijn voetzolen kriebelen. Door het venster zie ik enorme bulldozers voorbij komen. Ze zijn bezig grote hoeveelheden zand te verplaatsen voor de aanleg van een historische moestuin. Hoezo rust en stilte? Nu we toch wakker zijn besluiten we voor het ontbijt een matineuze wandeling over het landgoed te maken. De vogels, kennelijk ook opgeschrikt door het enorme kabaal, laten slechts een zwak getsjilp horen.
Bij thuiskomst wacht ons een nieuwe verrassing. Het ontbijt wordt geserveerd in een minuscuul klein keukentje. Bij mijn weten is het usance in een B&B dat gasten als vrienden ontvangen worden. Je gasten in de keuken laten eten, zo ‘heurt’ dat toch niet! Achter het fornuis treffen we een dame met een aristocratisch voorkomen. Zou dít dan de kasteelvrouwe zijn? Nee dus. In een poging haar stem geaffecteerd te laten klinken stelt ze zich voor als tuinhistorica. Zij zal het ontbijt verzorgen want de gastvrouw heeft een vrije dag. Tijdens het eieren koken geeft ze ons en passant een college tuinarchitectuur. Vol verve vertelt ze over de historische parktuinen in Renaissancestijl, die geheel in tact zijn gebleven. Een ontbijtje maken is niet echt haar ding. Lauwe koffie en te hard gekookte eieren zijn ons deel.
Op de ochtend van vertrek, ditmaal na een voortreffelijk ontbijt in de tuinzaal, willen we de kasteelheer ten afscheid de hand schudden. Maar wederom schittert hij door afwezigheid. Reeds voor dag en dauw is hij afgereisd naar Duitsland. Naar het Pfälzerwald, voor een drijfjacht op wilde zwijnen. Er moesten nodig nieuwe vloerkleedjes komen. Ze waren wat sleets geworden…..
![belle_3[1]](https://meijmeringen.nl/wp-content/uploads/2015/06/belle_31.jpg?w=241&h=300)
Het is dus geen aanrader. Goed voor een koude douche. Maar Ria ,je hebt het lekker van je af geschreven.
LikeLike