
EEN ONVERWACHTE ONTMOETING MET SOCRATES
Filosofische wandeling langs de IJssel
Zacht neuriënd loop ik over een kronkelig karrenpad. Mijn voeten volgen de eeuwenoude sporen van paard en wagen. Ze zijn diep in de aarde gegrift. Zelfs de tijd heeft ze niet kunnen uitwissen. Naast het zandpad stroomt de IJssel, als een zilveren lint in het ochtendlicht. Ik zie de wolken weerspiegeld in het water. Het is alsof ze, net als ik, met de stroom meewandelen. Terwijl ik stap na stap het pad volg, voel ik hoe de stilte mij uitnodigt tot nadenken.
Plotseling hoor ik voetstappen achter me. Ik draai me om en knipper verbaasd met mijn ogen. Daar staat een man met een kalende schedel en een enorme baard. Ik herken hem direct van standbeelden en schilderijen, Socrates, de Griekse wijsgeer! Hij draagt zijn kenmerkende himation en sandalen aan zijn voeten, alsof hij zo uit zijn eigen tijd is komen aanlopen.
“χαιρε”, zegt hij glimlachend en vraagt of hij een stukje met mij mee mag lopen. Wauw, een tête à tête met een wereldberoemde filosoof, daar zeg ik geen ‘nee’ tegen.
We raken geanimeerd aan de praat en, hoe kan het ook anders, we gaan al snel de diepte in. Ik vraag hem of hij eens uit wil leggen wat zijn socratische gespreksvoering precies inhoudt.
“Natuurlijk”, zegt hij. “Maar voordat ik begin, dit even terzijde: Socrates is zo’n lange naam. Ik stel voor dat je mij Soof noemt. Al mijn Atheense vrienden doen dat ook. Soof, afgeleid van filosoof, bekt gewoon wat lekkerder.”
Dan begint de bebaarde wijsgeer te vertellen. ”Zoals je misschien weet heb ik zelf niets op schrift gesteld. Dat heeft een reden. Ik geloof namelijk dat ware kennis niet alleen uit boeken komt, maar ook uit het gezamenlijk onderzoeken van ideeën. En dat doe ik via het stellen van vragen. Je kunt zo’n gesprek zien als een wandeling langs een kronkelig pad. Je weet niet precies waar het heengaat, maar elke vraag roept weer een nieuw vergezicht op. Het gaat er niet om gelijk te krijgen. Veeleer is het een uitnodiging om dieper te kijken naar wat je precies denkt en waarom.
Daarbij is aandachtig luisteren minstens zo belangrijk als het stellen van vragen. Want alleen in echte aandacht hoor je wat er onder de woorden leeft. In die rust worden aannames zichtbaar, woorden vallen op hun plaats en er ontstaat ruimte voor nieuwe inzichten. Zo wordt het gesprek zelf een oefening in wijsheid. Ik zeg altijd tegen mijn leerlingen: trage vragen vragen om trage antwoorden.”
“Wat heb je jouw methode duidelijk uitgelegd“ verzucht ik. “Ach, ik ben niet voor niets filosoof” grinnikt hij.
“Soof”, zeg ik, “Vaak zie ik dat mensen in een discussie bij voorbaat al een oordeel hebben. Ze willen de ander overtuigen of, erger nog, hun mening opdringen. Hoe anders zou de maatschappij eruit zien als we op jouw manier de dialoog zouden aangaan. Ik moet eerlijkheidshalve wel zeggen dat het mij niet eenvoudig lijkt om deze methode goed toe te passen.”
Met een twinkeling in zijn ogen kijkt hij me aan: “Zullen we een keer samen oefenen?”
“Soof, dat zou ik geweldig vinden”, roep ik spontaan. “Want ja, ik betrap mijzelf er ook weleens op te snel met een oordeel klaar te staan.”
“Laten we afspreken binnenkort samen aan de slag te gaan”, zegt hij. “Jij mag alvast een thema bedenken waarover je in gesprek wilt gaan.” “Prima Soof, ik heb al iets in gedachten.”
Voordat we afscheid nemen kijkt de bebaarde wijsgeer mij doordringend aan en zegt: “χαιρε ώ κάλλιστη.” Voordat ik kan vragen wat deze woorden betekenen, is hij ineens verdwenen. Opgelost in het niets. Alleen zijn raadselachtige groet klinkt door.
Wie weet ontdek ik bij onze volgende wandeling wat hij bedoelde….

